13 feb, 10:01
2016
Vakredactie
Financieel
VWGNijhof accountants en belastingadviseurs

OUDERENTOESLAG AFGESCHAFT

We schreven er eind vorig jaar al over in het kader van de maatregelen in het belastingplan 2015: de afschaffing van de ouderentoeslag op het heffingvrij vermogen. De Belastingdienst wijst er nu in een nieuwsbericht op haar website op dat deze maatregel per 1 januari 2016 van kracht wordt. De ouderen die het betreft moeten rekening houden met een hoger bedrag aan te betalen inkomstenbelasting (of een lager terug te ontvangen bedrag), maar mogelijk ook met een lagere huurtoeslag, zorgtoeslag en andere inkomens- en/of vermogensafhankelijke regelingen.

Het heffingvrij vermogen komt in mindering op de grondslag van het inkomen uit sparen en beleggen (box 3). De toeslag geldt tot 2016 voor de belastingplichtige die: – op 31 december van het belastingjaar het AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt en – een inkomen uit werk en woning geniet van niet meer dan € 20.075 en – de grondslag voor de heffing in box 3 bedraagt maximaal € 282.226 (bij fiscale partners: € 564.451).

De ouderentoeslag bedraagt € 28.236 (als beide fiscale partners aan de voorwaarden voldoen: € 56.472). Als het inkomen uit werk en woning (box 1) hoger is dan € 14.431 wordt de toeslag verlaagd naar € 14.118. De belasting in box 3 bedraagt 1,2% van het in die box te belasten vermogen (spaartegoeden, beleggingen, etc.). Ouderen die samen recht hadden op de maximale ouderentoeslag betalen vanaf 2016 derhalve jaarlijks extra aan inkomstenbelasting: 1,2% * € 56.472 = € 678.

1 januari 2016 is de eerste peildatum waarop de ouderentoeslag niet meer wordt toegepast. Ouderen die willen voorkomen dat zij hun recht op huur- en/of zorgtoeslag (en andere inkomens- en/of vermogensafhankelijke regelingen) verliezen, moeten vóór 1 januari 2016 maatregelen nemen waardoor hun vermogen in box 3 daalt tot beneden het heffingvrij vermogen. Het heffingvrij vermogen bedraagt voor 2015 (2016 is nog niet bekend): € 21.330 (voor fiscaal partners: € 42.660). Maatregelen die genomen kunnen worden, zijn het wegschenken van vermogen (denk aan de schenkbelasting) of het beleggen in vermogenstitels die niet meetellen voor box 3.