06 jul, 19:00
2021
Nieuws

Hoe corona toesloeg in een Helmondse volksbuurt: korte lontjes en armoede

In de Helmondse Leonardusbuurt brengen de bewoners pannetjes eten naar elkaar. Als de buurman hulp nodig heeft, staat iedereen meteen klaar. Het hart ligt er op de tong. Veel bewoners moeten er niet aan denken om ergens anders te wonen en zijn er gelukkig. Toch liet de coronacrisis sporen na in de hechte buurt. Onze verslaggever Alice van der Plas ging er uit logeren.

Het is een apart straatje, Bij de Populieren in Helmond. Er staan huisjes die je niet overal tegenkomt, met kleine raampjes en ronde voordeuren. Het heeft een charme, ondanks het onkruid en de bankstellen in de voortuintjes. Ook de voortuin van het huis van Bertje heeft onkruid. Ik ga er twee dagen wonen, in een huisje uit de jaren '30. Door de jaren heen is er weinig aan gedaan.

Het is wat druilerig weer en dus zitten de bewoners niet buiten. Maar Gunther, die twee huizen verderop woont, laat zich snel zien. Een charmant huisje? Gunther vindt van niet. Hij woont er sinds september 2020 en voelt zich er ‘weggedouwd’ in een woning die hij haat. Overbuurman Rien is ook niet te spreken over de staat van zijn huis. De huisjes zijn rijp voor de sloop, wat hen betreft.

Gunther geeft een rondleiding: in de keuken bladdert de verf af, in de badkamer staat zwarte schimmel en kale leidingen lopen over de muur. “Ik ben nu bezig met een appartementje. Ik heb niks aan een tuin, dat kan ik niet”, zegt hij, wijzend op het onkruid. Gunther heeft longemfyseem en COPD. Een filmpje voor bij het artikel? Liever niet. Gunther schaamt zich een beetje.

Schaamte is er wel meer in de Leonardusbuurt. Zo bevestigt ook opbouwwerker Rik Hollak. Veel mensen zitten in de armoede. “Wat ik dan zie? Veel overgewicht bijvoorbeeld.” De levensverwachting in de Leonardusbuurt is maar liefst 7 jaar lager dan in andere wijken van Helmond. De gemeente Helmond trekt in de voorjaarsnota, waar de raad zich dinsdag over buigt, extra geld uit om deze ongelijkheid aan te pakken.

“Een gezonde levensstijl heeft hier een lagere prioriteit”, zegt huisarts Merijn Godefrooij, die in de Leonardusbuurt werkt. “Je kunt dat de mensen ook niet kwalijk nemen. Als jij in de stress zit over hoe jij volgende week een rekening moet gaan betalen, dan ben je daar druk mee. Maar laten we niet generaliseren, in de Leonardusbuurt wonen allerlei mensen door elkaar. Het is een hele leuke wijk om te werken. What you see, is what you get.”

Mijn overbuurman Wim Duijmelings geeft grif toe dat hij niet altijd een gezonde levensstijl heeft. “Ik had eigenlijk al lang moeten stoppen met roken, maar ik word soms zo depressief van deze wijk.” Wim doelt op de slechte woningen, die stress veroorzaken bij mensen en dus gezondheidsproblemen.

Bekijk in onderstaande vlog hoe het huisje waar Alice logeerde eruitziet.

Wim wil het liefst met een bulldozer over de huisjes in Bij de Populieren heen. “Gooi het plat en zet er goede en betaalbare huurwoningen voor neer. De vrouw die vroeger naast jou woonde, had gewoon een dikke laag zwarte schimmel onder haar bed. Ik moet de kachel naar 25 graden zetten om het warm te krijgen.” Delen van de Leonardusbuurt zijn inmiddels gerenoveerd. Honderden woningen staan nog op de planning.

Door armoede en gezondheidsproblemen heeft corona extra kunnen toeslaan in de Leonardusbuurt. “Ik denk wel dat we een bovengemiddeld aantal zieken hebben gehad”, zegt huisarts Merijn Godefrooij. En dus doet het hem pijn dat maar 60 tot 70 procent van de mensen uit de wijk zich wil laten inenten. “Terwijl het bij een huisartsenpraktijk in Gemert het 90 procent is. Het is verdrietig om te zien dat mensen die een veel groter risico lopen met dit virus, zich niet laten vaccineren.”

Mijn overbuurman Wim heeft wel twee prikken gehad. Corona was geen kleinigheid voor hem. “Ik kon niet naar de winkel zonder afspraak of mondkapje. Gek werd ik ervan. Gelukkig is er geen besmetting geweest in Bij de Populieren, iedereen zat hier helemaal op zichzelf.”

Ook nu het einde van de coronacrisis in zicht is, doen veel mensen dat nog steeds, op zichzelf blijven. De eenzaamheid in de Leonardusbuurt is toegenomen, volgens opbouwwerker Rik Hollak. Een probleem dat niet op tijd opgevangen kon worden, omdat de coronaregels gevolgd moesten worden. “Dan zie je dat het te ver gaat, dat mensen de deur nu helemaal niet meer voor je opendoen. Je bent er dan te laat bij.”

Het grote baken in de buurt, de speeltuin, opgericht in 1955, moest dicht. “De hele buurt trekt zich op aan deze speeltuin”, zegt Hans Smits, de beheerder. “Maar alles kwam stil te liggen. Het samen dingen doen in de buurt heeft een flinke knauw gekregen door corona. En de Leonardusbuurt is geen buurt die je altijd makkelijk meekrijgt.”

De lontjes zijn ook korter. Daan van der Donk is vrijwilliger in de speeltuin. “We hebben in 1 maand hetzelfde aantal incidenten gehad als in een heel jaar voor de pandemie. Het gedrag van mensen voor en na corona is een enorm verschil. Mensen kunnen niets meer van elkaar hebben.”

Buurtbewoonster Franka Berkers probeert iets te doen aan de armoede in de buurt. Ooit zat ze zelf in de ellende. Schulden, waar zij en haar man net uit waren gekomen, toen corona uitbrak. Haar man raakte zijn baan kwijt en ook Franka kwam thuis te zitten. “Bijna zaten we er weer in”, zegt ze. Gelukkig heeft haar man inmiddels weer werk.

Franka zag een toename van armoede in de buurt. “Veel mensen die in de problemen kwamen door corona. Veel mensen die werkeloos werden.” Ze belden aan bij Franka, die brood weggeeft. Ruim 200 broden per week. “Dat krijg ik van een bakker in Venhorst en dat ben ik gewoon blijven doen.” Franka wordt dan ook gezien als de ‘Moeder Theresa’ van de Leonardusbuurt.

Dianne Bruno runt een huiskamer in de Cajuit, een oude school in de Leonardusbuurt. Iedereen kan daar een praatje komen maken of kleren komen uitzoeken. Vaak zijn het jonge moeders. Schoorvoetend geeft Dianne toe dat ze tijdens de pandemie gewoon mensen is blijven zien, met afstand en mondkapje op.

“Ermee ophouden, dat was gewoon geen optie. Mensen liepen tegen de muren omhoog. Jonge moeders in de schuldsanering, die ineens met de kinderen thuis kwamen te zitten. En hoe kan je je kind thuis les geven als je zelf bijna analfabeet bent? Een vrouw met twee kinderen die in de steek was gelaten door haar man. Ze had nog niet eens een fatsoenlijke beha.”

Daan van der Donk van de speeltuin ziet ondanks dit alles ook grote rijkdom in zijn Leonardusbuurt. “Ik vraag me soms af of rijke mensen wel gelukkig zijn. Hebben ze een fijn leven? Hier heb je huishoudens waar mama naar de voedselbank moet, maar er wordt gezongen en muziek gemaakt. Elkaar helpen is ook een mooi geluk.”

Na twee dagen en een nacht heb ik genoeg van het huis van Bertje. Ik weet niet hoe de goede man hier heeft kunnen wonen. De klamheid is in mijn kleding gekropen. Ik krijg heimwee naar mijn eigen goed geïsoleerde huis. En ik krijg te horen dat er mensen in de Leonardusbuurt zijn die nog steeds zo wonen. Of misschien nog wel een graadje erger. Ik trek de deur dicht, opgelucht dat ik het huisje weer achter kan laten.


Lees het hele bericht van Omroep Brabant »